Hulpvraag bepalen
Tijdens de intake brengt Lotte alles in kaart; wat de patiënt voorheen deed, wat hij of zij nu kan en weer wil kunnen. Zij screent hoe de patiënt zich beweegt en welke beperkingen op welk moment een natuurlijke beweging verhinderen. Lotte zet daarna alles op een rijtje en op basis van de intake bepaalt zij samen met de patiënt- en eventueel samen met een neuroloog of andere betrokken disciplines - een behandelplan. ‘We oefenen kracht, lenigheid, loopvaardigheid en de balans en doen hiervoor gerichte oefeningen. Iedere drie maanden meten we de resultaten en stellen we deze bij.’
Het is volgens Lotte belangrijk dat mensen zo snel mogelijk na hun diagnose aan de slag gaan. ‘Zeker bij een CVA kunnen we in de eerste maanden veel bereiken. Ook bij Parkinson is het zaak zo snel mogelijk te starten, omdat inactiviteit op de loer ligt. Al met al kunnen we concluderen dat als je bij een neurologische aandoening actief en gericht traint, je minder snel achteruitgaat. Ik zie hier in de praktijk dagelijks het effect op de fysieke gezondheid. Deze positieve veranderingen hebben een gunstig effect op de kwaliteit van leven.
Waarom geen reguliere fysiotherapie?
Er wordt Lotte regelmatig de vraag gesteld of reguliere fysiotherapie niet voldoende is. ‘Neurologische patiënten kennen vaak naast lichamelijke, ook cognitieve beperkingen, zoals verlies in ruimtelijk inzicht en moeite met het kunnen concentreren. Je kunt hen niet zomaar laten beginnen met reguliere fysiotherapie. Deze patiënten hebben meer en andere begeleiding nodig. Ook wil je voldoen aan de wensen van het individu. De één is gevoeliger geworden voor prikkels en de ander kent een verlies van de armfunctie, daar moet je als praktijk vakkundig op inspelen.’